Adiantum - Adiantum raddianum

Het Adiantuüm- geslacht (Adiantum L.) heeft meer dan 200 soorten planten van de familie Pterisovyh. Elegante lage varens zijn te vinden in de schachten van schaduwrijke kalkstenen rotsen, in de buurt van waterlichamen, op vochtige kalksteen tufstenen in de subtropische gebieden van de wereld. Gewoonlijk verspreid in Noord-Amerika, Zuid-Afrika, de Filippijnen, de bergen van Midden- en Oost-Azië, het Midden-Oosten, India en China. Verfijnde plant tot 60 cm hoog met platte, driemaal perystosoblennymi, waaierachtige bladeren (vajami), gelegen op dunne, glanzende, zwarte bladstelen. De frequenties zijn enigszins asymmetrisch. Stengels, buigen, vormen een hoefijzer. Bladeren (vayyas) kunnen worden gebruikt voor het rangschikken van boeketten - in de snede verlies je niet de decorativiteit gedurende 15-25 uur.

Adiantuum "aderhaar" . Een van de mooiste en meest populaire in de cultuur van varens. Oorspronkelijk uit Noord-Amerika, Zuid-Europa. Een goede kruidachtige plant met een kruipende stengel (wortelstok) en rechtopstaande elegante, heldergroene, delicate vayyas op een donkerbruine of zwarte bladsteel. De lengte van het gejammer bereikt 50 cm. De frequenties zijn afgerond, gegolfd en getand. Ondanks de zachte structuur is deze varen vrij stabiel en bestand tegen zowel aanzienlijke temperatuurverlagingen als hoge droge lucht.

Het wordt aanbevolen voor de vergroening van kleine woonverblijven, kleuterscholen, amateurcollecties, tentoonstellingen, composietarrangementen en wintertuinen.

Zorg voor Adiantom
Locatie : In direct zonlicht, de bladeren branden of schreeuwen, de adianth voelt zich goed in het oosten of noorden venster. De adiantum houdt niet van wanneer het wordt herschikt. Je moet een goede plek voor hem vinden en geen pot verplaatsen.

Temperatuur : De meest geschikte temperatuur is 15-20 ° C, 's nachts geeft hij de voorkeur aan koelte, maar lage temperaturen moeten worden vermeden. Maximumtemperatuur is -22 ° C.

Watergift : van oktober tot maart 1 keer per week, in de zomer 2-3 keer per week. De bodembedekking mag niet opdrogen, maar de overloop wordt bedreigd door de wortels te rotten. Gebruik een zacht, duurzaam (minimaal 12 uur) water.

Vochtigheid : behoud in de zomer of in de stookruimtes in de winter een hoge luchtvochtigheid; De potten worden geplaatst in nat turf en aan beide zijden besproeid met zachte, warme waterplaten (vaya).

Voeding : tijdens de groeiperiode is periodieke aanbrenging van organische of minerale meststoffen in de vorm van een oplossing noodzakelijk. Van september tot februari wordt het voeren gestopt.

Transplantatie : kan jaarlijks worden getransplanteerd in een zeer voedzame aardmix met de toevoeging van beendermeel, gehakt mos of turf; de plant geeft de voorkeur aan zure, matig vochtige en losse gronden rijk aan humus.

Voortplanting : vegetatief en met behulp van sporen. Bij vegetatieve reproductie worden segmenten van kruipende wortelstokken met twee nieren gebruikt. Het transplanteren en delen van varens kan in de vroege lente zijn, vóór de groei van de wai (bladeren) of in de eerste helft van augustus, tijdens de rijping van de sporen.

Het is effectiever om bont te laten groeien met sporen, die in grote aantallen worden gevormd en vele jaren levensvatbaar blijven. Droge dislocaties worden in een zeer dunne laag op het oppervlak verdeeld in platen met gedesinfecteerd strooisel, bedekt met glas, geplaatst op een schaduwrijke plek en regelmatig gehydrateerd. Na 2-5 weken ontspruiten de sporen en is het gehele oppervlak van het substraat bedekt met smaragdgroen varens. Volwassen jonge planten worden in aparte kleine potten overgeplant. Varens, gegroeid uit sporen, groeien uit tot krachtige en stabiele planten.

Plagen : Beïnvloed door witte bessen en meelwormen.